De Heilige Christophorus

De Heilige Christophorus

Artikel over Christophorus, de ‘hondkoppige’.

Drs. D. Krikhaar

christofferEen heilige, die in de oost-christelijke kerk en bij ons in het westen wordt herdacht, is de heilige Christophorus. Omdat hij zo geliefd is, kent hij in alle kerken zijn eigen feestdag. In de Byzantijnse (Griekse) kerk wordt 9 mei als de feestdag van Christophorus aangemerkt. In de Slavisch-orthodoxe kerk wordt de algemene feestdag van de heilige Christophorus gevierd op 25 juli. De Syrische kerk herdenkt Christophorus op 28 april, de Armeense kerk op 14 juli, de Koptische kerk op 3 augustus en in de Mozarabische liturgie heeft Christophorus zijn feestdag op 10 juni. In het Westen wordt hij herdacht op 24 juli.

De relieken van Christophorus kregen wonderdadige kracht en hij werd de beschermheilige tegen demonen en onweer en aangeroepen als patroon tijdens reizen. Hij beschermt vestingen (pijlenwonder), schippers en veerlieden, lastdragers en atleten, tuinders en groente- en fruithandelaren (stafwonder). De aanblik van Christophorus zou beschermen tegen een onvoorziene en onverwachte dood. Daarom wordt in het Oosten Christophorus bovendien als beschermheilige van artsen beschouwd.

Christophorus, bij ons al gauw wat meer amicaal aangeroepen als Christoffel, is de heilige, die Christus op de rug nam om Hem veilig over de rivier te zetten. Dat beeld is in de Middeleeuwen in vele kerken vereeuwigd. Prachtige voorbeelden daarvan zijn bewaard gebleven in bijvoorbeeld Marburg en Amiens en dichter bij huis het beeld in de Sint Servaas in Maastricht of op het schilderij van Jeroen Bosch in de collectie van Museum Boymans van Beuningen in Rotterdam en natuurlijk de vele wandschilderingen in de Middeleeuwse Nederlandse kerken.

Wij kennen Christophorus ook allemaal wel van de sleutelhanger in de auto, omdat hij de man is, die de weggebruikers bij hun barre tochten vergezelt, opdat zij behouden thuiskomen.

Toch is het beeld van hem in de westerse en oosterse traditie volkomen verschillend. En dat heeft te maken met de legenden, die aan Christophorus zijn toegeschreven en de keuze, die de kerken voor hun beeldtraditie uit die legenden hebben gemaakt.

Uit verschillende legenden is een martelaar bekend met de naam Christophorus, die in de vijfde eeuw in Chalcedon leefde. In die tijd is ook de verering van Christophorus met name langs pelgrimsroutes aanwijsbaar. Over deze Christophorus is niets spectaculairs te melden.
Echter, een oudere Christophorus is de begeleider van de apostel Bartholomeus, die afkomstig was uit het land der Kynokephalen, de Hondkoppigen. De Griekse schrijver Herodotus noemt in zijn geschriften reeds wonderlijke menselijke volkeren en ook de Kynokephalen haalt hij aan als de bewoners van een ver afgelegen gebied.

De apostel Bartholomeus werd bij het Pinksterfeest door een vurige vlam geraakt en uitgezonden naar dat land der Kynokephalen. Daar heeft hij gloedvol het evange-lie verkondigd. Een Kynokephaal liet zich dopen in de naam van Christus en kreeg door de doop een menselijke tong en spraak en ontving de naam Christophorus. Deze Christophorus is op zijn beurt het evangelie gaan verkondigen in Samos en Lycië. Tijdens zijn preken steunde hij op een stok, die bladeren en vruchten droeg, als teken van instemming van God.

De legende van het spraakwonder wordt in de oost-christelijke ikonografie in beeld gebracht door Christus, die in een hoek van een ikoon of wandschildering zegenend boven een wolk verschijnt en door de lange, uitgestoken tong van Christophorus, die altijd met een echte hondenkop wordt afgebeeld. Onder keizer Decius zou hij volgens de legende vervolgd zijn en na langdurig en wreed gemarteld te zijn, uiteindelijk door onthoofding gestorven zijn.

Het spraakwonder en de ongenaakbaarheid tijdens de martelingen duiden op de kracht van de doop, die tot onsterfelijkheid leidt. Zo is een heiden (hond) gered en tot christen (mens) geworden. De hond is bovendien een zeer trouw beest. In de ikonografie van oost en west wordt de hond als een begeleider voorgesteld. Bij de voorstelling van de Goede Herder is dikwijls een hond aanwezig, bij een martelaar als Menas zijn honden zijn toegewijde gezellen. En de westerse heilige Rochus werd door een hond gevoed. De Bernardshond is zo genoemd, omdat hij de monnik Bernardus zo trouw diende. Op grafmonumenten in het westen is de hond vaak aan de voeten van de overledene aanwezig als symbool voor zijn eeuwige trouw. Bovendien is het Hebreeuwse woord voor trouw ‘Kalew’ en het Hebreeuwse woord voor hond ‘Kelew’. Etymologisch zijn deze woorden aan elkaar verwant en ook de betekenissen komen inhoudelijke met elkaar overeen.

In latere legenden trad Christophorus toe tot het leger van de keizer. Vele soldaten werden door hem bekeerd. In de iconografie is Christophorus dan gehuld in een militaire rusting met een wijde mantel. Hij heeft in de ene hand een martelaarskruis en in de andere zijn staf. Die staf is soms uitgegroeid tot een (palm)boom op de achtergrond. Hij draagt vaak lang, donker haar. Ook al is Christophorus nu een soldaat, de hondenkop blijft een vast iconografisch gegeven.

In nog weer andere legenden neemt de be-kering van een koning, die door een op Christophorus gerichte pijl in zijn oog wordt getroffen en door het bloed van Christophorus wordt genezen, een belangrijke plaats in. Vanaf dat moment is Christophorus de soldaat, die zijn diensten aan het hoogste gezag aanbiedt: eerst op aarde aan de keizer, later na zijn dood, dus in het eeuwige leven, aan de Heer der Heren.

In de vroeg-christelijke traditie is Christophorus degene, die Christus draagt. Een gedegen wetenschappelijk onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van de voorstelling van Christophorus, die het Kind op zijn arm houdt en als teken van de vervulling door Christus zelfs de gelaatstrekken van Christus krijgt, is tot op de dag van vandaag nog niet gepleegd. Het verhaal gaat, dat Christophorus, die van nature niet kan vasten of bidden, maar wel zeer sterk is, zich aan God dienstbaar gemaakt door pelgrims over een rivier te dragen. Een kluizenaar heeft hem deze zelfopgelegde taak aangeraden. In de gedaante van een klein kind neemt Christus de dienst aan en laat zich door Christophorus overzetten. Christophorus lacht om het minimale gewicht van deze reiziger, maar bezwijkt bij de eerste schreden in het water onder de last van de Schepper van de wereld, die bij elke pas zwaarder wordt. Hij staat – symbolisch voor de doop – tot aan zijn schouders in het water. Aan de overkant maakt Christus zich bekend en laat als bevestiging van de doop de staf van Christophorus groen uitlopen en zendt hem uit om te preken. Ook in deze legenden sterft Christophorus na vele martelingen door onthoofding.

Nog een andere overlevering verhaalt, dat Christophorus een reus was, die in dienst van de machtigste heer wilde treden.

Hij onderwierp zich aan een koning, maar toen hij bemerkte, dat de koning bang was voor de duivel, concldeerde Christophorus hieruit, dat de duivel machtiger was dan de koning en bood hij de duivel zijn diensten aan. Maar de duivel kreeg weer angst voor de ‘Gekruiste’ of ‘Gekruisigde’. Christophorus ging op zoek naar deze oppermachtige ‘Gekruiste’. Hij ontmoette onderweg een kluizenaar, die hem over Christus vertelt. Christophorus wil de Christus wel dienen en als taak gaat hij arme reizigers en pelgrims over de gevaarlijke rivier dragen.

Hier sluit de legende aan bij de voorgaande.

En juist deze Christophorus is in het Westen bekend en staat reizigers bij onderweg. In het Westen is Christophorus voorgesteld als een reus, omdat zijn naam ‘canineus’ (hondachtige) werd verbasterd tot ‘Cananeus’ (reus) uit een aanzienlijke Kananese familie. Het Kind Jezus draagt hij dan op zijn schouders.

Men heeft vanwege de hondenkop de Christophorus-legende in verband trachten te brengen met de mythe van de Egyptische godheid Anubis, die ook met een hondekop wordt afgebeeld. Deze Anubis droeg de jonge Horos, de zoon van de Zon, over de Nijl.

De Egyptische veerman of de klassieke veerman Charoon, die de dode zielen over de Styx zette, kunnen ook een voorbeeld voor Christophorus zijn geweest. Ook deze klassieke “overzetters” hadden de gedaante van een hond. En de hond is al sinds mensenheugenis de bewaker van de grens. De hond Cerberus bewaakte de onderwereld. Waag het niet bij een waakhond een voet over de drempel van een huis te zetten, want hij zal zeker zijn territorium verdedigen. Zo is ook Christophorus, net als zijn klassieke voorgangers een hond, die de grenzen overbrugt tussen het hier en nu en het hiernamaals.

Ongetwijfeld zullen al deze legenden en iconografieën hun invloed hebben gehad op Christophorus. Omdat de voorstelling van een heilige met een hondekop door de kerk in oost en west was verboden, dateren de oudste kynokephale afbeeldingen uit de vijftiende eeuw en de vita-ikonen ontstaan pas in de negentiende eeuw.

Of de iconografie van de Christus-dragende Christophorus is mogelijk mede afgeleid van de iconografie van Moeder Gods met het Kind, de Pietà, van Anna te Drieën, van Simeon, die het Kind in de tempel ontvangt of van Joseph van Arimathea, die Christus van het kruis nam, is dus nog de vraag.

952