Niks mooi, niks lelijk – Over (te veel aan) symboliek in hedendaagse ikonen

Niks mooi, niks lelijk – Over (te veel aan) symboliek in hedendaagse ikonen

Kees van Veen

De omslag van een van de ikoonuitgaven die ik bij Kirchner aantref, toont een Christus, staand voor een besneeuwde bergrand. ‘Christ All Merciful’ is de titel van het boek en het bevat meditaties van Megan McKenna bij nieuwe ikonen van William Hart McNichols. Het zijn van die ikonen, waarvan ik niet weet, wat ik er mee aan moet.
Een ikoon als de ‘Christus van de Tsunami’ is er ook zo een. Niet uit dat boek, wel een nieuwe ikoon. Uiteraard met de beste bedoelingen geschilderd: een postkaart ervan werd verkocht om geld in te zamelen om de slachtoffers van de ramp te steunen. En gelukkig stuurde Wil de Groot de afbeelding door, want anders had ik hem nooit gezien.

Tsunami

boek4Ik raak zelf nog altijd in de war bij het zien van zo’n ikoon. Er is schildertechnisch niets op aan te merken, maar de link tussen Christus en de tsunami ontgaat me. Wat doet het met je, als je zo’n ikoon beschouwt? Het zal vast niet voor iedereen zo zijn, maar… ik word er eigenlijk opstandig van. Wat ik van ikonen heb begrepen en gevoeld, is dat ze bedoeld zijn om ‘contact te leggen’. In die zin heb ik het altijd gemakkelijker gehad met ikonen die een figuur in beeld brengen dan met verhalende ikonen. Die hebben ook een andere, vooral liturgische, functie en zijn niet in eerste instantie bedoeld als persoonlijk meditatiepunt.
boek3Maar waar plaats je een Tsunami-ikoon, met een Christus die toekijkt, en verder geen actie lijkt te ondernemen? Wordt hier dan een verhaal in beeld gebracht? Of is het slechts een oproep om aan de collecte deel te nemen? Wat voor functie heeft zo’n
ikoon? En roept zo’n afbeelding eigenlijk niet meer machteloosheid op dan vertrouwen?

Natuurlijk, échte wijzen zullen mij nu vriendelijk glimlachend, doch lichtelijk bestraffend toespreken. Ze zullen me er op wijzen dat het een oude, vaak gesignaleerde vorm van twijfel is. En dat daarop talloze antwoorden mogelijk zijn, die je meestal zullen aansporen sterker je geloof aan te spreken en meer te vertrouwen…
Tja, maar dan toch nog even iets anders:

Mooi of lelijk

boek1Want hoe zit dat nou met mooi of lelijk? Dat hoort er bij ikonen niet toe te doen. Ook zoiets waar het bij mij mis gaat. In de schildercursussen gebruikte ik ter illustratie daarvan vaak een dia van een biddende monnik die zich richt tot een met doornenkroon bedekte en betraande Christus. Helemaal verkeerd in mijn ogen, maar kennelijk is dat voor de monnik niet van belang. Ik heb daar respect voor.
Toch heeft ook de Orthodoxe Kerk niet kunnen vermijden uitspraken te doen over in haar ogen niet-meer-vereerbare-ikonen. Als motivatie daarvoor haalt ze aan dat die ikonen het beeld onzuiver overbrengen, of onjuiste – vaak westerse – bronnen gebruiken. Het gaat om ikonen die geschilderd zijn in een stijl die niet meer nagevolgd zou moeten worden: huilende Maria’s, Heiligen met gespierde armen, gecompliceerde thematieken. ‘Kleverige’ ikonen, die in onze tijd niet meer zo geschikt zijn om spiritualiteit van een hogere orde over te brengen: ze houden de mens teveel op aarde vast.

Christ All Merciful

boek2Het boek van McKenna laat nieuwe ikonen zien. ‘Roomse’, zou mijn orthodoxe schilder-meester zeggen, want er zitten meestal geschilderde lichtstipjes in de ogen en dan tellen ze bij hem hoe dan ook al niet meer mee. Voor mij is dat eigenlijk ook een ijkpunt geworden, die lichtstipjes…
De ikonen in het boek zijn gladjes geschilderd, met een hoog realiteitsgehalte en weinig spanning: als er licht wordt aangebracht op een gewaad, dan is dat ook tegelijk overal. Ik voel me juist daarom zelf wat meer bij Russische ikonen thuis, omdat ze ‘niet helemaal af lijken te zijn’ – ze brengen niet alles in beeld, en dat prikkelt mijn interesse.

Symbool

De ikonen in het boek zijn zowel gebaseerd op oorspronkelijke als op nieuwe thema’s. De nieuwste ikonen zijn uitgesproken ‘stichtelijk’ en hebben titels als ‘Jesus Christ Ex-treme Humility’ of ‘Jesus Christ Seraphic Guardian of the Blood’. Het boek heeft als doel de verschillende facetten van Jezus in de schepping in beeld te brengen, waardoor de meditatieve beschouwer zich aan hem kan spiegelen. Met die opdracht is natuurlijk niets mis, want daar doen we het tenslotte toch om. Maar tegelijkertijd wordt symbooltaal van elders gemengd met de oorspronkelijke beeldtaal van de ikoon.
Symbolen lijken een eenheidstaal te spreken. Maar toch worden ze lang niet altijd gevat door de beschouwer, want ze refereren ook aan de eigen – cultuurbepaalde – belevings-wereld. Daarbij is het zo dat symbolen altijd meerduidig zijn; een goed symbool kan op meerdere manieren worden uitgelegd, en kan zelfs ‘tegenstrijdig’ worden ingezet. Een goed voorbeeld daarvan is het symbolische beeld voor Jezus als lam en leeuw.
Het is dus nog maar de vraag of eigen symboliek, die toegevoegd wordt aan een ikoon, de boodschap duidelijk(er) maakt. De ikoon van Christ All Merciful – met de bergrand -wordt alsvolgt toegelicht: ‘The notes of the iconographer say that he was inspired by the snow scènes in ‘Dreams’, a film by the Japanese master Akira Kurosawa. This landscape of fallen snow seemed appropriate as a symbol for the silence of death and the tomb of Christ.’

Los van de aarde

boek4Ik vind het best mooi hoor, die bergen. Maar was er in ikonen niet een uitgangspunt dat we het hemelse in beeld brachten? Dat er iets wordt getoond dat zo beschreven staat in de bijbelse boeken? Dat alle kleur de Verlossing uitdrukt en dat zwart dus zeker niet de achtergrondkleur kan zijn waartegen alles zich afspeelt? Dat de bergen er niet meer aards uitzien, maar mee-transformeren in de verlossing door Christus? Toch worden ook in die oude beeldtaal elementen symbolisch uitgelegd, bijvoorbeeld ‘dat de bergplateautjes traptreden zijn – een uitnodiging om zelf de hemelse ladder te bestijgen’. Of is zelfs dat een uitleg die al te ver van het origineel afdwaalt? Toelichtingen die juist hier in het westen bedacht zijn om wat steun te geven bij het begrip van ‘oosterse’ ikonen’?
Ik denk dat je niet veel aan ikonen hoeft toe te voegen. Het herhaald schilderen in de stijl van de tijd en regio kan voldoende uitdaging zijn om het verhaal door te geven – en telkens toch weer op een nieuwe manier. Het toevoegen van symbolen lijkt misschien nobel, maar maakt eerder duidelijk dat de oorspronkelijke beeldtaal niet meer wordt begrepen en dat er daar wat aan schort. Als een Mexicaanse bergwand mag worden geschilderd, waarom dan geen Middeleeuwse Maria aan de krib? Nee, ik geloof niet dat dat een verbetering is. Ikonen zijn getransformeerde aarde, niet de aarde zelf.

Shock

tsunamiikoonEn dan toch die Tsunami-ikoon op de omslag? Uiteraard, want we moeten wel om ons heen blijven kijken: een onderzoekende blik is nooit weg. En de achtergrond van de omslag onderstreept telkens het uitgangspunt van de ikoon: dit is de wereld op zijn kop…
Maar er is ook nog een tweede reden, een frappante bijkomstigheid. De Tsunami-ikoon ontving ik per mail in december en in dezelfde periode kocht ik het boek van McKenna. Dat dateert uit 2002, maar in de beschrijving van de ikoon van Johannes de Voorloper staat: ‘John’s appearence in the Jordan, is described like the coming of a tsunami, a ferocious wave coming upon the shore and engulfing all in its wake. John is the shock of Advent, a shock to everyone’s system.’
En zo zie je maar weer. Zelfs tijdens het uitwerken van dit artikeltje, stroomt de inspiratie je tegemoet. Ik weet nog niet of ik het allemaal wel begrijp en of ik nu wel op de goede golf zit, maar besluit terplekke om John een plaatsje op de cover van het blad te geven. Naast die andere Tsunami-ikoon.

222