Wegen op Athos

Wegen op Athos

Vorig jaar verscheen het boek van Reinhold Zwerger: Wege am Athos. Interessant genoeg om in dit blad te signaleren.

roos1Wie is dat ook alweer, Reinhold Zwerger? Een paar jaar geleden maakte ik melding van deze Oostenrijker, die zoveel heeft betekend voor de cartografie van de Heilige Berg. Zwerger, nu 82 jaar oud, maakte gedurende een halve eeuw talloze wandelingen over het schiereiland Athos. Hij kwam daar niet als toerist, eigenlijk ook niet als pelgrim, maar meer met een wetenschappelijke nieuwsgierigheid, en met een sterke motivatie om het eiland in kaart te brengen. Zo maakte hij vele tekeningen van de kloosters, plattegronden, maar ook prachtige linoleumsneden. Zijn grootste verdienste is de vervaardiging van de unieke kaart van Athos. Een kaart op schaal 1: 50.000, met zeer nauwkeurige notatie van de hoogteverschillen. Zwerger heeft zich bovendien met succes ingespannen om de soms wel duizend jaar oude voetpaden te beschermen tegen overwoekering door de weliswaar prachtige, maar soms alles overdekkende natuur. Tijdens al die wandelingen hield hij een dagboek bij, en het boek dat nu is verschenen is gebaseerd op die herinneringen. Hoewel de tijd op Athos lijkt stil te staan, is er in de loop van vijftig jaar toch wel heel wat veranderd, en dat wordt door Zwerger levendig, en soms kritisch, beschreven.

Reinhold Zwerger werd in 1924 geboren. Zijn vader was onderwijzer en zijn moeder was de dochter van een tuinman. Hij kwam ter wereld in een voormalig klooster: het Chorfrauenstift in Kirchberg am Wechsel. De eerste oorlogsjaren ging hij naar de Grafische School in Wenen, maar al snel werd hij onder de wapenen geroepen en diende hij in de bergen in de Kaukasus en de Balkan. Daarna werkte hij als tuinman en houthakker in het tuinbouwbedrijf van zijn grootmoeder. Later vond hij toch weer de motivatie om de grafische school af te maken, en zo werd hij een succesvol graficus, schilder en industriëel ontwerper. In 1956 maakte hij voor het eerst kennis met de monnikenberg Athos. Het begin van een fascinatie die nu al een halve eeuw voortduurt.

Ikonen

roos3

De Axion Estin in de haven

Voor de EIKONIKON-lezer zou het natuurlijk interessant zijn wanneer Zwerger in zijn boek melding zou maken van ontmoetingen met ikonen. Helaas gaat de schrijver daar niet zo vaak op in. De ontmoetingen met de bewoners van Athos interesseren hem des te meer.
Maar in al die jaren komen toch ook ikonen op zijn weg. Zo beschrijft hij zijn onverwachte confrontatie met de beroemde Gorgo-epikousa, de snelverhorende. “Dochiariou, 15 september 2002. Om vijf uur vanmiddag begon de vesper en reeds na 45 minuten renden de twee priestermonniken in vol ornaat de kloosterkerk uit, allebei met een grote kandelaar in de hand, naar beneden in de richting van de haven. Ik dacht eerst dat ze zich naar het kerkje op de begraafplaats begaven. Maar nee, ze gingen naar de aanlegsteiger, waar op dat moment juist een schip aankwam, met aan boord een minibus met de abt Gregorius en de Gorgo-epikousa. De abt was met deze ikoon op reis geweest, en kwam nu terug in het klooster. Deze ikoon, bijgenaamd de snelverhorende, is in zekere zin een kopie; dat moet nader verklaard worden. De beroemde ikoon, waaraan van alles is opgehangen – als dank voor bewezen gunsten – horloges, zilveren munten en zilveren modellen van ledematen, moest worden gerestaureerd, en ziedaar, er bestond nog een ouder fresco van de Gorgoypikoos. Men kon dus gebruik maken van deze tweede versie. De gearriveerde ikoon werd onder feestelijk gezang vanaf de haven naar boven gedragen – zo’n 30 meter omhoog. Ze is zo zwaar, dat men slechts langzaam voort kon gaan, wat mij goed uit kwam. Ik geloof dat het nog geen tien jaar geleden is dat de tweede ‘versie’ van de ikoon werd ontdekt. Die vondst deed geen afbreuk aan de beroemdheid van de ikoon, de roem werd niet gehalveerd, eerder verdubbeld. De grote veerboot die de verbinding met Athos onderhoudt draagt de naam Gorgo-epikousa. De Axion Estin, iets kleiner, draagt de naam van de Madonna, die in de Protatonkerk van Karyes vereerd wordt. (Axion Estin zijn de eerste woorden van een lofprijzing: “Lof zij…..”) Om de twee jaar wordt zij door een Grieks oorlogsschip opgehaald, naar Athene gebracht en daar in een processie door de straten gedragen. De twee veerboten staan om zo te zeggen met elkaar in concurrentie. De Gorgo-epikousa is in het bezit van een rederij, de Axion Estin behoort aan de monnikenrepubliek.”

roos2

Panagia Gorgoepikoos (Foto: uit Huber: ‘Athos Miraculous Icons’)

Uitgebreid beschrijft Zwerger hoe de Athonieten eerbiedig een ikoon begroeten: “Het kussen van een ikoon is een kunst, die ik wel nooit zal leren. Om te beginnen moet men, voor de ikoon staande, drie maal met de rechterhand de grond aanraken, en terwijl men dan overeind komt grijpt men zich met de rechterhand bij het voorhoofd, vervolgens maakt men eerst naar de rechter- en daarna naar de linkerschouder een groot gebaar. Wanneer je zo’n gebaar in de omgekeerde volgorde zou maken, wordt je door de orthodoxe christen herkend als niet-orthodox…. Zulke grootse en soepele bewegingen zouden mij nooit lukken. Het hoogtepunt, de tweevoudige kus, kan ik slechts eerbiedig aanduiden. Eens zag ik hoe een Midden-Europese pelgrim die een ikoon probeerde te kussen in de problemen kwam toen hij met zijn bril tegen het beschermende glas stootte. Om die reden hebben bebrilde monniken zich een eigen kustechniek aangeleerd: ze neigen het hoofd ver naar achteren en spitsen hun lippen ver naar voren; aldus vermijden ze een botsing met het glas.”

Kleurenlino’s

roos4

‘Chilandariou’ zeskleurenlino 1980

Hoewel Zwerger een professionele kunstopleiding heeft gevolgd is hij nooit begonnen aan het schilderen van ikonen. Wel heeft hij vele prachtige kleurenlinoleumsnedes gemaakt met voorstellingen geïnspireerd op zijn Athosreizen. Zo ziet u bij dit artikel afgebeeld zijn ‘portret’ van het klooster Chilandariou, een lino in zes kleuren. Zwerger heeft zijn grafische vakmanschap ook ingezet om zijn grafische technieken te onderwijzen aan geïnteresseerde monniken: “Het zal in 1980 geweest zijn dat ik de zeskleurige handdruk van het Katholikon van Chilandar maakte, gezien vanaf de toren. Ik liet de drukplaten achter in het klooster en kwam later met twee vrienden terug naar Chilandar om er 100 afdrukken van te maken. Het was een hele mooie tijd van de meest intensieve arbeid. Ik had mijn vrienden beloofd om ze aansluitend de mooiste plekjes van de Heilige berg te laten zien. We werkten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, en wanneer de inkt voor de volgende drukgang bij daglicht al was gemengd, gingen we verder met het afdrukken bij kunstlicht. Op de vierde dag waren we klaar en ik dacht met tegenstrijdige gevoelens aan ons afscheid van het klooster.”
[ ] “In 1991 drukte ik in Simonos Petras met een vriend een kleurenlinoneumsnede voor het klooster, een tot negen kleurgangen gereduceerde weergave van de ikoon van de Heilige Simon, de stichter van het klooster.
Zwerger heeft in de loop der jaren vele vrienden gemaakt op Athos. Zijn dierbaarste vriend was vader Mitrophan, monnik, abt en protos (overste). In maart 1987 opende vader Mitrofan Zwergers tentoonstelling in het Goethe-instituut in Thessaloniki. Hij sprak daar zeer vleiende woorden: “Deze avond is gewijd aan de kunst van een man die men gerust kan beschouwen als ‘een Athoniet buiten Athos’. [ ] Jaren geleden bij onze eerste ontmoeting kreeg ik van mijn broeder Reinhold een zwart-wit-linoleumsnede. Titel: Klooster Simonos Petras. Met vier spijkertjes heb ik die in mijn cel opgehangen. Deze prent bracht in mijn ogen zo expressief de geest en de sfeer van Athos in beeld, dat ik hem nog voor geen duizend grote kleurenfoto’s van het klooster zou hebben willen ruilen. [ ] Toen Reinhold later eens in ons Chilandar-klooster verbleef, maakte hij samen met ons een drie-kleurenlinoleum-snede, en later nog eens een zeskleurige. Een beter geschenk konden mijn medebroeders en ik ons niet wensen. [ ] Ik zou graag met de volgende wens willen afsluiten: dat onze westerse broeders, en in het bijzonder diegenen die de gave hebben om door middel van hun kunst met Athos te kunnen spreken, nog vaker naar ons toe zouden komen. Athos, als laatste levend overblijfsel van het oude Byzantium, is om zo te zeggen de bodem waarin de Europese cultuur geworteld is.”

Onrust

Door zijn vele contacten met de Athonieten is Zwerger ook heel wat te weten gekomen over de intriges die op Athos een rol spelen. Want ook in deze ‘heilige samenleving’ is niet alles koek en ei, en zijn er kuiperijen en politiek be-langen. Zo vernam hij het gerucht dat Karadzic in het Chilandarklooster zijn toevlucht had gevonden. “Hoewel ik er niets van geloofde heb ik toch mijn vriend Mitrofan opgebeld en ik hem om opheldering gevraagd. Zijn antwoord klonk verstoord en hij zei slechts het volgende: “De hele wereld weet blijkbaar dat Karadzic bij ons is, alleen wij weten het niet.”

Zwerger bericht ook over de tragische ‘zaak Esfigmenou’. Wat is namelijk het geval? De monniken van dit klooster zijn in verzet gekomen tegen de oecumenische patriarch Bar-tholomeus. Deze patriarch geldt als een verlichte bestuurder, en stelt zich open voor de niet-orthodoxe wereld. Hij spant zich in om de contacten met niet-orthodoxe christenen te verbeteren. Maar de monniken van Esfigmenou beschouwen dat als ketterij, als een dwaling ten opzichte van de enig zaligmakende leer. Zij kunnen het bijvoorbeeld niet over hun kant laten gaan dat hun patriarch gezamenlijk met katholieken, protestanten en andere gelovigen in gebed gaat. De monniken weigeren daarom de patriarch in hun voorbede te gedenken.

Inmiddels (oktober 2006) is de toestand nog niet verbeterd. De broeders van Esfigmenou gaan koppig hun eigen weg, steeds verder terug naar de middeleeuwen. In tegenstelling tot de meeste andere kloosters maken zij geen gebruik van luxe zaken zoals warm water en internet. Zij vinden dergelijke dingen ongepast voor het zuivere kloosterleven. Zelfs spiegels zijn verboden, die gelden als instrumenten der ijdelheid. De monniken hebben het contact met de andere 19 Athos-kloosters en met het patriarchaat in Istanboel verbroken. “De monniken van Esfigmenou zijn hardleerse fanatici, een soort orthodoxe taliban”, zegt vader Ioannis, secretaris-generaal van de Athoskloosters. De zaak is inmiddels dermate geëscaleerd dat het Athos-bestuur zich genoodzaakt zag de hulp in te roepen van de Griekse politie. Weliswaar is men niet van plan om over te gaan tot een gewelddadige ontruiming van het klooster, maar het gebouw is wel omsingeld, en wie het verlaat kan er niet meer terugkeren. Deze belegering kan nog lang duren. De monniken zeggen voldoende voorraden te hebben. De gevel van hun klooster is getooid met het spandoek ‘Orthodoxie of dood’. Voor het laatste nieuws hebben ‘Vrienden van Esfigmenou’ een website opgezet: www.esphigmenou.com.

Is het boek van Zwerger al met al een aanrader? Dat hangt ervan af. Zoals ik al in het begin van deze beschouwing al opmerkte valt het boek wat tegen wanneer je vooral geïnteresseerd bent in ikonen. Dan heb je meer aan een catalogus als ‘Treasures of Mount Athos’. Het boek van Zwerger is alleen de moeite waard voor degene die een gespecialiseerde belangstelling heeft voor de Heilige Berg, en dan nog alleen wanneer je geen moeite hebt met de Duitse taal. Dan is het leuk en soms een feest van herkenning om de persoonlijke aantekeningen van deze Athosveteraan te lezen. De niet geringe kostprijs daarbij in aanmerking genomen: inclusief verzendkosten bent u € 46,62 kwijt.
Bestelwijze boek van Zwerger: maak € 46,62 over op: Kto: 284-403-715/00 BLZ 20111 IBAN: AT622011128440371500 BIC: GIBAAT WW ovv. ‘Wege am Athos’.

 

Door: Henk Roos

204