Ikonenproject Comenius college Hilversum

Ikonenproject Comenius college Hilversum

Henk Roos

Op zondag 14 februari 2010 werd een complete ikonostase gepresenteerd in de Bethlehemkerk te Hilversum in een dienst, gewijd aan Christus als ‘ikoon’ van God. De ikonostase was opgebouwd uit 22 ikonen, geschilderd door derde-klassers van het Comenius College o.l.v. tekendocent Henk Roos.

Al meer dan twintig jaar organiseert de sectie tekenen van het Comenius’ een ikonenproject. Tot nog toe werd om de twee jaar een ander thema gekozen. Om er enkele te noemen: christelijke feesten, ‘godsbeelden’, Maria-ikonen, engelen, Sint Nikolaas, de geschiedenis van Rusland in ikonen. Soms werd er samengewerkt met andere vaksecties, – zoals godsdienst, geschiedenis en Grieks- zodat een thema meer vakoverstijgend kon worden aangeboden. Elk onderdeel werd afgesloten met een kleine tentoonstelling van geselecteerde werkstukken. Bij de selectie werd niet alleen gekeken naar de kwaliteit, maar ook of de ikoon paste in het geheel van de samen te stellen ‘ikonostase’.

Ikonostase in de Bethlehemkerk, Hilversum, februari 2010

Ikonostase in de Bethlehemkerk, Hilversum, februari 2010

In 2010 stond het thema ‘ikonostase’ centraal. In de godsdienstles werd aandacht besteed aan het liturgische en kerkhistorische aspect. Voor de gymnasiumklas werd de docent Grieks bereid gevonden om informatie te geven over de inscripties op ikonen en tijdens de tekenlessen werden ikonen geschilderd. De leerlingen kregen een boekje met achtergondinformatie, waardoor ze kennis konden maken met de wereld van de ikoon in het algemeen, en met het specifieke thema in het bijzonder. In het boekje vonden ze ook een lesschema, waarin praktische zaken als doelstellingen, materiaal, gereedschap, werkwijze en beoordelingscriteria stond vermeld.

Enkele leerlingen schreven spontaan een kort verslag bij hun werkstuk. Azan had aan het begin van het project nog nooit van een ikoon gehoord. Hij schrijft: ‘Als 3e jaars scholier was ik in het begin niet echt enthousiast. Maar toch, na enige uitleg ben ik maar een ikoon gaan uitzoeken. De meesten hadden hun keuze snel gemaakt, terwijl ik nog peinsde over wie ik zou nemen. Uiteindelijk had ik voor de evangelist Marcus gekozen. Hij sprak mij het meest aan vanwege zijn uiterlijk, het kon ook zijn denkende blik zijn. In het begin moesten we op kladpapier een schets maken. Daarna gingen we met de gouacheverf aan de gang, lekker mengen, en hopen maar dat je de goede kleur krijgt. Na een stuk of 4 keer mengen, kreeg ik eindelijk de juiste huidskleur te pakken. Nu ik klaar was met de oefenopdrachten had ik de keuze om op hout te schilderen of op papier. Ik koos voor een paneel. We moesten het paneel voorzien van een paar lagen grondverf. De volgende lessen was ik bezig met de hoofdlijnen op het paneel te zetten. Beetje bij beetje begon het op een mens te lijken. Zo, eindelijk af, dacht ik. Wat ik niet door had: ik was pas op 1/3 van het hele proces! Het schilderen nam een groot deel van de tijd in beslag. Na enkele lagen van verschillende tinten, begon er diepte te ontstaan. Uiteindelijk had ik een mooi resultaat, wie had dat van tevoren kunnen voorspellen’.

En Jorien schrijft:
‘De opdracht was om een eigen ikoon te maken. We mochten een ikoon uit een boek of van het internet halen, maar we mochten er ook een zelf verzinnen. We hebben de ikoon geschilderd op een dik papier of op een houten paneel. Sommige ikonen zijn later op een paneel geplakt en vernist. We schilderden met gouache-verf uit onze verfdoos. Voor de aureool heb ik goudverf gebruikt. We moesten de gezichten en de handen ‘oplichten’. Zo ontstond er een plastisch effect. Om te oefenen moesten we een oefening doen: op een blad papier kregen we een rondje dat we moesten oplichten alsof het een bol was. Op dat oefenblad stond ook een Maria-gezicht dat we ook moesten oplichten. Dat deden we door steeds een beetje wit bij de verf te doen en dat dan over de andere laag heen te schilderen. 
Mijn idee:
Ik wilde een Jezus en Maria ikoon maken. Er waren heel veel voorbeelden dus veel om uit te kiezen. Ik wilde iets maken waar de jezus en maria wat minder statisch opstonden. Ik heb uiteindelijk voor twee ikonen gekozen, en daar een ikoon van gemaakt. Ik heb de gezichten opgelicht door met steeds iets lichtere verf te schilderen. We moesten de dunnen fijne lijntjes met een extra fijn penseel doen. Ik heb een gouden krans om de hoofden geschilderd als aureool. 
Ikonen in de kerk: De mooiste ikonen zijn uitgezocht en er is een ikonostase van gemaakt. Die ikonostase is tentoongesteld in de Bethlehemkerk in Hilversum. De dominee vertelde over het project en over engelen.’ 

Christus, de icoon van de onzichtbare God

Bij de openingsdienst van de iconen-tentoonstelling in de protestantse Betlehemkerk werd de volgende tekst gelezen uit Col. 1:9-16: ‘Daarom bidden wij onophoudelijk voor u, vanaf de dag dat we dat gehoord hebben. We vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt. Dan zult u leven zoals het past tegenover de Heer, hem volkomen welgevallig. U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet, uw kennis van God zal groeien en u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen. Breng dus met vreugde dank aan de Vader. Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis die alle heiligen wacht in het licht. Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon, die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden. Beeld van God, de onzichtbare, is hij, eerstgeborene van heel de schepping: in hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde, het zichtbare en het onzichtbare, vorsten en heersers, machten en krachten, alles is door hem en voor hem geschapen.’ Hieronder volgt de tekst van de preek.

Wat is er toch met onze protestantse kerken gebeurd? Vroeger waren het witgepleisterde ruimten, met niets dat de aandacht afleidde dan een bord met daarop de tien geboden. Kom je vandaag de dag in een synagoge of een moskee dan kun je nog dezelfde ervaring van soberheid krijgen. Maar kom daar eens om in onze eigen Bethlehemkerk. Wat hebben ze vandaag weer verzonnen? Een tentoonstelling van prachtige werkstukken van leerlingen van het Comenius College. Ja, het is maar een tijdelijke tentoonstelling, maar toch. Kan dat wel, al die afbeeldingen in de kerk?

Ooit gingen mensen elkaar te lijf over die vraag, of dat wel kon, afbeeldingen in de kerk. Mochten iconen wel of niet een plek krijgen? Voor de tegenstanders was het duidelijk: het oudtestamentische beelden-verbod verbiedt iconen en andere schilderingen of beeldhouwwerk. Het staat er toch klip en klaar, dat je geen gesneden beeld maken mag, en dat je daarvoor niet buigen mag?
In de Griekse vertaling van het Oude Testament wordt op die plek [Ex. 20:4] een veelzeggend woord gebruikt, namelijk het woord idool. Je moet geen idool maken van iets uit de wereld om ons heen, en daarvoor gaan buigen. Daar zit een diepe waarheid in. Idolen hebben de onaangename eigenschap dat ze over jou gaan heersen. Die oude vertaling zegt ook dat we van God zelf geen idool moeten maken. God als idool is een product van onze wensdromen. Waar we God gaan vullen met onze menselijke, al te menselijke verlangens, daar maken we God tot een weerspiegeling van onze wensen. Dan verdwijnt God achter onze beelden, God zelf verdwijnt. Dan hebben we het over onze tijd als een tijd van verborgenheid van God. Dan is het wachten op een tijd waarin de mensen God weer God durven laten zijn.
Misschien is dat wel iets om over na te denken: in hoeverre doen wij daar aan mee?
Heeft ons godsbeeld daar misschien ook wel trekken van, van God als een idool, God als een bevestiging van wat we zelf al weten, en niet meer God als degene die onze rust komt verstoren, een God die onze zelfverontschuldigingen doorprikt, een die blijft roepen om recht en gerechtigheid als wij weer willen overgaan tot de orde van de dag?

Dat is dus het ene, dat we geen beelden van God moeten maken in de zin van idolen.

Jasmijn Verboom, Christus Pantocrator

Jasmijn Verboom, Christus Pantocrator

Maar het kan ook anders. In plaats van een beeld als idool kan er ook een beeld als icoon zijn. Een icoon is een beeld waarin de beweging de andere kant op gaat. In een icoon is het God die ons aankijkt. Het is een portret dat terugkijkt. Datgene waardoor onze blik getrokken wordt is eigenlijk niet datgene wat aan de oppervlakte van het tweedimensionale vlak zichtbaar is, maar wat er achter schuil lijkt te gaan. De tweedimenionale icoon verwijst naar een dimensie er achter.

Paulus noemt in onze tekst Jezus de icoon van de onzichtbare God. Er is nog een tweede tekst waar hij dat doet [2 Cor. 4:4], maar ik heb er voor gekozen om juist deze tekst te laten klinken. Jezus wordt in deze tekst enorm uitvergroot. Hij is het doel van de schepping. Alles draait om Jezus, heeft in hem zijn doel. Oude Joodse teksten waarin min of meer hetzelfde werd gezegd over de wijsheid of het woord van God, die worden hier door Paulus toegepast op Jezus. ‘Alles is door hem en voor hem geschapen’. Voor hem, het beeld van God, icoon van God. Niet van de keizer wordt dit alles gezegd, niet van iemand die groot en machtig was, niet van een heerser, niet van een olympische winnaar, nee uiteindelijk gaat achter deze belijdenis het verhaal schuil van een eenvoudige timmermanszoon in wie Gods liefde op unieke manier verschenen is. Ook als we een icoon zien van een overwinnende Christus, dan mogen we nog steeds dat verhaal er achter denken.
In de Christus-icoon verschijnt iets en wordt iets zichtbaar, dat wij niet in het beeld leggen, maar dat uit het beeld vanuit de diepte tevoorschijn komt en ons aanziet. God is ons verschenen op zo’n manier dat niemand het had kunnen verzinnen: als liefde, belichaamd in een eenvoudig mens, maar zo doordrongen van Gods Geest dat de dood hem niet heeft kunnen grijpen. Het eigenlijke ligt niet in de icoon van Christus, maar er achter. En zo is het goed. Wij kunnen niet zelf grijpen, maar worden gegrepen. Wij kunnen niet zelf de uiterste liefde opbrengen, maar worden gegrepen door de liefde van God die alle vrees uitdrijft. daar is het Gods liefde voor [1 Joh. 4:18].

Zo wijst de iconenwand in de Bethlehemkerk naar de vrijheid van een christenmens. Geen idool die ons knecht, maar een icoon die ons de ruimte geeft achter het beeld zelf de verborgen dimensie te tasten. En die ruimte maakt vrij. God stelt ons in de vrijheid, in de ruimte, om werkelijk mens te worden. Amen

312