Uit het leven gegrepen. Een Paraskeva-ikoon van ene Maria

Uit het leven gegrepen. Een Paraskeva-ikoon van ene Maria

Een aantal jaren geleden kocht ik op een veiling een ikoon, omdat deze mij op een of andere manier aansprak. Waarom? Ik wist het niet. Wie zij was? Ik dacht toen dat het een Maria-ikoon betrof… Eigenlijk had ik geen idee. In de loop van de jaren heb ik deze ikoon van de martelares Paraskeva beter leren kennen en ben haar daardoor meer en meer gaan waarderen.

Paraskeva: ze werd rond het jaar 140 na Chr. op vrijdag geboren en haar ouders noemden haar ‘Vrijdag’. Als vrome christenen dachten zij waarschijnlijk aan ‘Goede Vrijdag’, de dag van het lijden en sterven van Christus. In het Grieks is haar naam ‘Paraskevi’, in het Russisch ‘Pjatnica’ en in het Bulgaars ‘Petka’. Al deze namen worden in verschillende landen voor dezelfde heilige gebruikt. De heilige Paraskeva is ten diepste een voorbeeld van het lijden van een christelijke martelares die stierf om wille van haar geloof. Je zou Paraskeva kunnen zien als het ideaalbeeld van middeleeuwse vroomheid.

Het leven van Paraskeva-Pjatnica

In het Hagiologon van de Griekse kerk wordt verteld dat Paraskeva ten tijde van Romeinse Keizer Antonius Pius tussen de jaren 140 – 180 na Chr. geleefd zou hebben. Ze werd geboren in een plaatsje in de buurt van Rome. Ze kreeg een goede opleiding en verdiepte zich in filosofie en de H. Schrift. Toen ze 20 jaar was, stierven haar ouders en het geld van de erfenis verdeelde zij onder de armen. Ze stichtte ook een christelijke gemeenschap voor vrouwen die in gebed en vasten de armen en de zieken in de buurt ondersteunden. Ze nam de uitspraak van Christus bij de rijke jongeling in Mattheüs 19; 20 serieus: “Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij.” 

1. Vita-ikoon van Paraskeva Pyatnitsa

Rond haar dertigste levensjaar vertrok zij uit Rome om in vele steden en dorpen het christendom te verkondigen. In deze tijd waren er al heftige Christenvervolgingen en ze wist dat zij haar leven daarvoor zou moeten geven. Bij terugkomst in Rome vroeg Keizer Antonius haar zelfs ten huwelijk, maar ze weigerde. Onverbloemd vertelde zij de keizer over haar christelijk geloof. Deze sloeg haar in de boeien en gooide haar in een cel. Die nacht kwam een engel in een groot licht, maakte haar boeien los en sprak haar moed in.  Op een wonderlijke manier kwam zij vrij en maakte een tweede reis om mensen in contact met het Christendom te brengen. Op vita-ikonen van Paraskeva zie je haar levensverhaal uitgebeeld: onder andere haar geboorte, haar gesprekken met de machtigen van die tijd en haar folteringen (afb. 1).

Tenslotte viel Paraskeva in handen van een plaatselijke vorst, de vandaal Tarasius. Toen ze weigerde op zijn bevel een beeld van Apollo te vereren, werd ze gearresteerd. Het verhaal gaat dat zij een kruisteken maakte en dat in de tempel alle beelden van Apollo in stukken op de vloer vielen. Ze stierf op 26 juli 180 na Chr. door onthoofding. In latere eeuwen werden haar relieken naar Constantinopel overgebracht.

Uit de Hymnen van 26 juli, de dag van de maagd, martelaar de heilige Paraskeva-Pjatniza:

“Gij, gelovigen, komt en laat ons eenstemmig het loflied zingen van de lijdensdulderes Paraskeva, want zij straalt door wonderen in de wereld en verjaagt het duister van de bekoring, de gelovigen de rijkdom aanbiedend der genade, hun die roepen: Verheug u, martelares, gij veeldulderes”.

Het leven van Paraskeva-Petka

Paraskeva-Pjatnica mag niet verwisseld worden met de Bulgaarse/Byzantijnse Paraskeva-Petka. Zij wordt ook Paraskeva de Jongere genoemd. Deze is geboren in 1023 te Epivata bij de Marmara zee, in de buurt van Constantinopel. Van haar wordt verteld dat zij op haar 10e levensjaar het Evangelie hoorde en er intens naar wilde leven.  Alles wat zij dubbel had, schonk zij aan de armen. Dat was tegen de wil van haar ouders.  Toen deze waren overleden, gaf zij heel haar erfenis weg. Ze ging naar Constantinopel, Chalcedon, Heraklea en Jeruzalem. Ze werd non in een klooster aan de woestijnkant van de Jordaan.

Een engel vroeg haar om naar haar geboorteplaats terug te gaan. Ze reisde terug en verbleef daar, tot zij op haar 27ste in Epivata overleed. Omdat niemand haar daar kende, werd ze als een vreemdeling in een anoniem graf gelegd. Toen jaren later op diezelfde plaats een verdronken zeeman werd begraven, vond men haar onvergane lichaam in het graf. Toch werd de zeeman naast haar neergelegd en begraven. De nacht erop hadden twee mensen in de stad dezelfde droom. Een engel vroeg hen: “Waarom heeft u de heilige maagd Paraskeva niet het juiste eerbetoon gegeven?” Men begreep dat dit een teken van God was. Men groef de heilige op en bracht haar naar de Heilige Apostelen Kerk in Epivata. Daar gebeurden al snel de eerste wonderen bij haar graf.

De Heilige Paraskeva de Jongere wordt vanaf 13 juni 1641 beschouwd als de Beschermster van Moldavië. Elk jaar op 14 oktober wordt in de Roemeens Orthodoxe Kerk haar feestdag gevierd.

Deze twee Paraskeva’s zijn in de loop van de eeuwen in de ikonografie samengevallen.

Paraskeva-ikoon, 19e eeuw, coll. Dornseiffen

De Paraskeva-ikoon

Hiernaast staat mijn Paraskeva-ikoon uit de 19e eeuw (afb. 2). Mogelijk is deze in Novgorod of Pskov gemaakt. Daar was zij immens populair. Paraskeva is op de ikoon als martelares afgebeeld. Dat is zichtbaar aan het kruis dat zij in haar rechterhand vasthoudt. Ze is gekleed in een rode mantel: het symbool van haar martelaarschap. Haar ondermantel is donkerblauw. In haar linkerhand houdt zij een uitgerolde schriftrol waarop het begin van het Credo van Nicea-Constantinopel staat: ‘Ik geloof in de ene God-Albeheerser, de Schepper van hemel en aarde’. Canoniek is vastgelegd dat Paraskeva hiermee moet worden afgebeeld. Père Antoine Lambrechts ontdekte hierin een ‘schrijffoutje’. Voor het woordje ‘hemel’ staat er ‘nebo’ (nominatief) terwijl het in het Kerkslavisch ‘nebu’ (datief) zou moeten zijn. Deze tekst heeft met haar levensverhaal te maken: ze verliet namelijk haar christelijke levensgemeenschap om overal het christelijk geloof te verkondigen. De afkorting links en rechts naast het diadeem op haar hoofd betekent: ‘Heilige Grootmartelares Paraskeva’.

Het bijzondere diadeem van Paraskeva

3. Detail van de 19e eeuwse Paraskeva-ikoon

In het diadeem is de verrezen Christus (weinig gedetailleerd) zichtbaar die een zegenend gebaar maakt (afb. 3). Dit is vrij bijzonder. Misschien mogen we bij deze huwelijksikoon het volgende denken: Christus zegent niet alleen het martelaarschap van Paraskeva, maar zegent ook het huwelijk en het leven van degenen die deze ikoon ontvangen hebben of deze zien.

Op een ikoon uit de 15e eeuw bijvoorbeeld draagt zij alleen een witte hoofddoek als teken van haar maagdelijkheid. Twee engelen brengen op een 16e eeuwse ikoon haar een grootmartelaarskroon, die boven een rode hoofddoek (als teken van haar martelaarschap) wordt gehouden. Toch wordt de hoofdtooi van Paraskeva meestal vrij sober afgebeeld. Alleen in de 19e eeuw wordt deze versiering soms wat uitbundiger.

Paraskeva als beschermheilige

Paraskeva genoot een mateloze bewondering: ze is de beschermster van de huisvrouwen, kooplieden, dieven en juristen. Met name in Rusland is haar verering tot grote hoogte gestegen, vergelijkbaar met de H. Nicolaas. Op 28 oktober wordt zij in de orthodoxe landen herdacht. Soms werden er aparte kerkdiensten gehouden die alleen voor vrouwen toegankelijk waren. Ze is ook beschermster van het huwelijk.

4. Foto van deel van mijn ikoon – Maria van Egypte

Vermoedelijk is mijn  ikoon ergens in het midden van de negentiende eeuw aan een Russisch bruidspaar geschonken. Het was toen traditie om naast de heilige op de ikoon de doopheiligen van man en vrouw te schilderen: zo stonden beiden nóg meer onder de hoede van de heilige Paraskeva die hun huwelijk bescherming zou bieden.

Rechts van Paraskeva staat op de ikoon de heilige Maria van Egypte, waarschijnlijk dus de doopheilige van de bruid (afb. 4).

Over Maria van Egypte is (volgens de overlevering en traditie) vrij veel bekend. De bisschop van Jeruzalem, Sophronius, heeft rond 650 uitvoerig over haar geschreven. Hij vertelt over de ontmoeting van de monnik Zosimas (in de eeuw ervoor) met Maria van Egypte. Deze vertelde haar levensverhaal aan de monnik. Ze kende tot haar 27ste levensjaar in Egypte een losbandig  bestaan. Op bedevaart naar het H. Kruis kwam zij in Jeruzalem. Zij bekeerde zich en op verzoek van de Moeder Gods ging zij in een zo groot mogelijke eenzaamheid boete doen in de woestijn aan de overkant van de Jordaan. Daar leefde zij ongekleed – ver weg van de mensen – 47 jaar. De eerste 17 jaar at ze van de drie broden, die zij in Jeruzalem had gekocht. De 30 jaren erna leefde ze van alles wat de woestijn haar te eten gaf.

Aan de andere kant – op mijn ikoon van Paraskeva – zou de dooppatroon van de bruidegom moeten staan. In het rood staat er nog wat geschreven: het zou Pavel of Paul kunnen zijn. Maar de afbeelding van de doopheilige is verdwenen.

Waarschijnlijk heeft een brandende kaars de beschermheilige van de bruidegom geblakerd en heeft iemand het aangetaste deel overgeschilderd. Deze dooppatroon van Pavel zal niet moedwillig van de ikoon verwijderd zijn. Het opzettelijk beschadigen van een ikoon is immers in de ogen van een orthodoxe gelovige een ernstige zonde. Ook nu nog mogen wij ons beschermd weten door de H. Paraskeva én de zegende hand van Christus. Daarmee blijft de ikoon een belangrijke rol in het leven van élke christen spelen.

 

(Auteur: Hans Dornseiffen)

 

631