Het is alweer vijf jaar geleden dat er prachtig kerkelijk textiel van Olga Fishchuk (Kiev) te zien was in de Galerie van Plein van Siena, Centrum voor bezinning, ontmoeting en spiritualiteit, in Amsterdam. Ondergetekende, als docent kunstgeschiedenis verbonden aan dit instituut, was enthousiast over haar werk en had haar in 2011 uitgenodigd in Amsterdam te exposeren. Tijdens de feestelijke, goedbezochte opening vertelde Olga geëngageerd over haar werk, opleiding en missie. Inmiddels is er veel gebeurd in haar leven. Behalve in Nederland heeft ze ook in Amerika lesgegeven en nu het iets vrediger is in eigen land, gaat het goed met haar. Ze heeft een eigen atelier geopend, krijgt veel kerkelijke opdrachten, is getrouwd en werd onlangs moeder. In mei 2016 stuurde ze een aantal foto’s van haar nieuwste realisaties. Tijd om te schrijven was er niet. Een tipje van de sluier wordt hier desondanks opgelicht.
In Studio “Getmanska Skrynya” (Kiev) werd in mei 2016 de laatste hand gelegd aan een bijzonder fraaie ikoon in Oud-Russische stijl. Het gaat om een geborduurde ikoon, die zal dienen als voorhang voor de Koninklijke Deuren van een Moskouse kloosterkerk. Het team dat eraan gewerkt heeft, dacht dat het al voltooid was, maar niks bleek minder waar te zijn.
Bijna een volledig jaar hadden zeven paar handen onafgebroken aan de opdracht gewerkt onder leiding van Olga Fishchuk. Deze had daartoe een opleiding genoten aan de School voor Beeldende Naaldkunst, die is ondergebracht in de ikonographieschool van de Orthodoxe Theologische Academie van Moskou. In een eerste stadium werd een doek van maar liefst 2.50 m lang op een groot raam gespannen. Daaromheen hebben dan de zeven collegae, professionele borduursters, gezamenlijk aan de ikoon gewerkt. Het uiteindelijke formaat van de ikoon is: 2.36 m x 1.13 m.
Als voorbeeld voor de geborduurde ikoon had de opdrachtgever – het Aartsengel Michaelklooster in een buitenwijk van Moskou – een 16e-eeuws grafdoek van de Heilige Sergij van Radonezh gekozen (afb. 2). Het oud-Russische doek is vervaardigd door tsaritsa Anastasia Romanova, de eerste echtgenote van Iwan de Verschrikkelijke. In 1557 hadden ze het aan het Drievuldigheidsklooster in Sergiev Posad geschonken. Van het Kievse “artel” vandaag werd geen exacte copie verwacht. Het kon zich enige vrijheid veroorloven. Hierdoor zijn verschillen en overeenkomsten aan te wijzen tussen het middeleeuwse en het brandnieuwe, hedendaagse doek.
Verschillen en overeenkomsten
De afmetingen van de compositie, als ook de kleur van de achtergrond, wijken reeds af van het origineel. Het kleurgebruik van de figuren is daarom ook enigszins aangepast, zodat ze beter uitkomen tegen de afwijkende achtergrond. Verder zijn de gezichten van de engelen op de nieuwe ikoon in groter detail geborduurd dan op Anastasia’s 16e-eeuwse ikoon. Tenslotte is er onderaan op de middeleeuwse ikoon een drieregelige inscriptie van de schenkers geborduurd.
Op het vandaag geborduurde voorhangsel staat in de plaats daarvan, in de rand rond de centrale compositie, een prachtige, aangrijpende hymne die op Goede Vrijdag gezongen wordt bij de verering van het graf van Christus (de epitafios, of plasjtsjanitsa). Net als bij het origineel (afb. 2), is om reden van duurzaamheid, natuurlijke zijdedraad aangewend. De zijdedraad is met de hand gekleurd, zodat mooie natuurlijke tinten verkregen zijn die goed met elkaar gecombineerd konden worden: purper, blauw, emerald, beige, grijs, lichtblauw, goud en zilver.
Werkwijze
Eerst is het centrale gedeelte geborduurd: te onderscheiden is het Kruis op Golgotha met de stadsmuur van Jeruzalem op de achtergrond. Links daarvan is de lans geborduurd, in het midden de doornenkroon en rechts de spons. Twee engelen dalen neer naar het kruis. Hun handen zijn omhuld en zij wenen. Golgotha, de schedelplaats is te herkennen aan de schedel van Adam die eronder ligt.
Om deze centrale afbeelding heen is een brede band aangebracht waarop de boven geciteerde liturgische hymne in zogenaamd Slavisch “vjaz” is gekalligrafeerd: een op het eerst gezicht niet gemakkelijk te ontcijferen sierschrift van door elkaar heen slingerende en in mekaar ingeschreven letters.
Interpretatie
Bekijken we de compositie en liturgische tekst van het nieuwe doek nu vanuit iconologisch oogpunt, dan valt op dat hoewel de tekst aan Goede Vrijdag gerelateerd is, het hier niet gaat om een epitaaf. Dat doek wordt op Goede Vrijdag om de kerk gedragen, binnengebracht en op het altaar gelegd, ter herbeleving van de dood van Christus in het heden. De gelovige lijdt als het ware mee met Christus. Op een epitaaf is niet voor niks de Bewening van Christus geborduurd (afb. 3)
De iconografie van het Kruis op Gogoltha is echter eerder verwant aan de Kruiziging dan aan de Bewening. Alleen de figuren – het corpus van Christus, de vrouwen en Johannes onderaan het kruis – ontbreken in deze voorstelling. We hebben te maken met een symbolische voorstelling van het kruis, één die hemel, aarde en hel met elkaar verbindt.
Gezien haar vrij unieke bestemming als geborduurd gordijn voor de Koninklijke Poort, zouden we kunnen stellen dat het doek bedoeld is om gelovigen in de kerk te herinneren aan het lijden én de anastasis van Christus. Dit doek wordt daarom wel aangeduid als алтарной завесой of Sluier van heiligheid.
In conclusie, beide borduursels verschillen niet alleen in hun uitvoering, maar ook in hun functie, uiteindelijke bestemming en locatie binnen de kerk.
Zoals boven beschreven hebben de borduursters geruime tijd aan de imposante compositie gewerkt. Toen het doek voltooid was, werd een stuk linnen aan de achterkant genaaid. Kort daarop besloot de opdrachtgever dat ook de achterkant geborduurd moest worden… Daaraan wordt momenteel nog hard gewerkt.
(Auteur: Inge Wierda)