Geschonken schatten

Geschonken schatten

In februari 2018 opende in het Ikonenmuseum Kampen ‘Geschonken Schatten’. In deze recensie geven we een kijkje in deze tentoonstelling. Wat was er te zien in het Ikonenmuseum? En waar ging het om bij deze expositie?

In 2005 is door de Alexander Stichting voor Russische kunst het Ikonenmuseum in Kampen geïnitieerd. Een van de maatschappelijk doelstellingen van de stichting is om collecties te behoeden voor versplintering en of verlies. Sinds de oprichting zijn er diverse collecties geschonken. Deze schenkingen zijn belangrijke bijdragen geweest voor de verzameling van het museum. In deze exposities willen we aandacht geven aan de mensen achter de schenkingen. Hoe zijn zij in aanraking gekomen met ikonen? Waarom zijn ze gaan verzamelen? En waarom hebben ze hun collectie ondergebracht in het Ikonenmuseum?

Het begin

De Alexander Stichting voor Russisch-orthodoxe kunst werd 30 december 2003 opgericht om een ikonencollectie uit particulier bezit voor de toekomst veilig te stellen en toegankelijk te maken voor het publiek. Al snel werd een gebouw gevonden om het zo gewenste museum te kunnen stichten. Het was het Dormitorium, de slaapzaal van het historische klooster van de Minderbroeders, op dat moment in gebruik door de Gemeente Kampen. Na een ingrijpende verbouwing konden in december 2005 de deuren open voor het publiek. De eerste ikonen kwamen uit de eerste collectie die aan de stichting en het museum werden geschonken, de collectie Heutink. In de expositie zijn ikonen te zien uit deze collectie die bijzonder zijn voor de voormalige eigenaar. Zo is er de eerste ikoon te zien die hij ooit verwierf, een ikoon van de Kruisafneming en de Graflegging. Maar misschien nog mooier is wel de ikoon van de apostel Johannes en Johannes de Soldaat (zie detail met Deesis uit deze ikoon hierboven). De schenker zegt zelf hierover:Het bijzondere aan deze ikoon is dat, waar je ook staat en hoe je ook naar de ikoon kijkt, alles uiteindelijk draait om de ogen van Christus. Hoewel klein en bovenaan de ikoon afgebeeld, die ogen zijn het centrale punt van deze ikoon.”

Al snel volgden meer schenkingen. Om hun collectie voor versplintering te behoeden ging het echtpaar Braun op zoek naar een goede plaats om deze onder te brengen. Door galerieën werden ze gewezen op het net opgerichte Ikonenmuseum in Kampen. De schenking was de eerste collectie metalen reisikonen voor het museum. De twaalf kleine ikonen waarop de twaalf belangrijkste orthodoxe feestdagen zijn afgebeeld vormen een zorgvuldig bij elkaar gebracht en dierbaar onderdeel van de collectie.

Andere objecten

Er werden niet alleen ikonen geschonken. In een van de zalen van de expositie is een deel van de grote collectie lakminiaturen te zien, geschonken door de familie Franssen. Omdat na de Russische Revolutie geen ikonen geschilderd mochten worden, gingen schilderateliers uit onder andere Palech over tot het vervaardigen van miniatuurafbeeldingen op papier-maché voorwerpen, zoals dozen en borden in allerlei formaten. In de vier nabij Moskou gelegen dorpen Palech, Fedoskino, Mstera en Kholui werden van papier-maché doosjes of borden gemaakt die op hoge temperatuur verhit werden om ze te verstevigen. Met natuurlijke pigmenten werd tot in het fijnste detail de schildering opgebracht, alsmede een aantal laklagen om de kleuren te conserveren. In Fedoskino werd zelfs ivoorpoeder in de verf aangebracht, waardoor een bijzonder lichteffect ontstond. Vanwege het verbod op christelijke afbeeldingen, werden de onderwerpen meestal gekozen uit Russische sprookjes en heldendichten, zoals de Vuurvogel en het Sneeuwmeisje. Ook werden beroemde schilderijen in miniatuur vervaardigd. Sinds de val van de Sovjet-Unie worden er weer christelijke iconografieën geschilderd.

Collectie Jeckel

Een van de hoogtepunten was uiteraard de verwerving van de collectie Jeckel, de belangrijkste collectie reisikonen die ooit in West-Europa gekend is. Er is dan ook een grote zaal aan deze collectie gewijd, waarbij ook aandacht is voor de boeken van Stefan Jeckel. Al op jonge leeftijd kwam Jeckel in aanraking met ikonen, tijdens een kerkdienst in het voormalig Oost-Duitsland. Enige tijd later begon hij met de aanleg van zijn verzameling. Tijdens de opbouw van zijn collectie merkte hij dat er nauwelijks Engels- of Duitstalige literatuur over dit onderwerp voorhanden was. Hij besloot om daar verandering in te brengen. De boeken van Stefan Jeckel zijn een begrip in de wereld van de metalen ikonen. Toen de collectie was overgebracht naar het Ikonenmuseum heeft hij een aantal bijdragen geleverd aan de catalogi van onder meer de exposities “Gegoten Reisgenoten” en “Et Resurrexit”.

Stefan Jeckel: “Ik moest vaststellen dat met betrekking tot dit specialisme, de Russische metaalikonen, praktisch geen literatuur voorhanden was. En met het motto ‘als het er niet is, dan moet je het zelf maken’ heb ik besloten materiaal te verzamelen voor de eerste publicatie.”

Verzamelaar van reisikonen, Stefan Jeckel, met zijn boek ‘Russische Metalikonen’, 1976

In de tentoonstelling worden vier onderwerpen belicht. Allereerst de variatie op een vastgelegde iconografie. Hoewel de iconografie van een metalen ikoon strikt was vastgelegd, zijn er bij deze in zand gegoten ikonen toch veel variaties te zien. Soms hadden de variaties uitsluitend een decoratief doel, zoals versieringen in de rand of achtergrond van de ikoon. Soms zijn de variaties een afspiegeling van dispuut over een theologische kwestie tussen diverse denominaties binnen de Russisch-orthodoxe Kerk.

In andere vitrines zijn de pronkstukken uit de collectie te bewonderen. Omdat hij geen dubbelingen in zijn verzameling wilde hebben, ruilde Stefan Jeckel ikonen in op het moment dat er een fraaier exemplaar voorhanden was. Het derde thema dat te zien is, zijn de samengestelde ikonen. Losse iconografieën zijn samengevoegd tot een nieuwe compositie. Soms zijn er verschillende gietsels bekend van de samenstelling, maar er werden ook wel unieke exemplaren op bestelling gemaakt.

Tot slot is er ook aandacht voor de hedendaagse bronzen ikonen. Soms zijn het moderne versies van oudere iconografieën, zoals de Geboorte van Christus en de Annunciatie. Er zijn ook geheel nieuwe iconografieën, die niet in de 19e eeuw of eerder gegoten zijn. Een voorbeeld hiervan is de Feestdagenikoon.

Kleinere collecties

Niet alleen de grotere collecties worden tentoongesteld, maar ook een aantal kleinere collecties is te zien. Bijvoorbeeld de collectie Ethiopische ikonen van mevrouw de Jonge. Al vanaf 1970 was mevrouw de Jonge geïnteresseerd in religieuze kunst, in het bijzonder in ikonen. Toen ze in 1975 voor vijf jaar in Ethiopië ging wonen, begon ze daar de ikonen te bestuderen. Dat was niet makkelijk, aangezien de houding van het toenmalig militair bewind in Ethiopië niet erg vriendelijk tegenover religie stond. Met de hulp van vrienden en antiquairs lukte het haar toch om vele ikonen te fotograferen en te bestuderen, wat uiteindelijk leidde tot het schrijven van haar proefschrift. Daarnaast wist ze zelf een prachtige collectie te vergaren die ze in 2010 aan het Ikonenmuseum schonk.

Ikonen uit Ethiopië zijn geschilderd volgens de vroegchristelijke iconografieën. Omdat Joris de Drakendoder de beschermheilige is van Ethiopië, is de beeltenis van deze heilige op veel Ethiopische ikonen te zien. Een ander geliefd onderwerp op Ethiopische ikonen is de Moeder Gods. Net als de overige oosters-orthodoxe kerken heeft de Koptische Kerk ook haar eigen specifieke heiligen, die ook op ikonen zijn afgebeeld. Een van die typisch Ethiopische heiligen is Gebres Menfes Queddus, die omringd door leeuwen en luipaarden wordt afgebeeld. De stijl van Ethiopische ikonen is duidelijk verwant aan andere Afrikaanse kunst. Voorbeelden daarvan zijn de warme roodtinten en de grote, donkere ogen van de figuren.

Niet alleen objecten worden geschonken

De meeste schenkingen aan het museum zijn in de vorm van objecten. Een uitzondering hierop is de collectie Kern. Mevrouw Kern verkoopt haar collectie en schenkt de opbrengst hiervan aan het museum. Hierdoor is het museum in staat gesteld om een nieuwe aankoop te doen. Zes multimediaschermen zijn nu opgesteld in het museum. Op deze schermen zijn interviewfragmenten te bekijken en beluisteren waarbij de schenkers zelf aan het woord zijn. Prachtige verhalen over wat ikonen voor hen betekenen. Bijvoorbeeld de ervaringen van mevrouw Van Dam tijdens haar werk in het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Of de bijzondere vondst van de conservator van het ikonenmuseum in de collectie SD Worx, die als een detective ontdekte waar een kruis in een ikoon werkelijk voor diende. De interviews bestaan uit aantal korte fragmenten, ze zijn zeer de moeite waard om daar even tijd voor te maken.

Tot slot

De laatste zaal van de tentoonstelling is gewijd aan de collectie SD Worx. Jos Van den Eede, oprichter van het sociaal secretariaat dat uit zou groeien tot het bedrijf SD Worx was niet alleen zakenman, hij was ook een groot kunstliefhebber. Hij kwam in aanraking met ikonen toen hij een collectie kon overnemen van een verzamelaar. Zo raakte hij meer en meer gefascineerd door de wondere wereld van de ikonen. De ongeveer 900 ikonen waren aanvankelijk tentoongesteld in een ruimte in het bedrijf, maar de wens ontstond om de collectie toegankelijk te maken voor een breder publiek. Zo werd besloten om de collectie in permanent bruikleen te geven aan het Ikonenmuseum. Een aantal prachtige voorbeelden van de collectie zijn te zien, waaronder een staurotheek en een ikoon van de Gastvrijheid van Abraham met vita-scènes uit het bijbelboek Genesis.

Al met al een veelzijdige tentoonstelling. Niet alleen door de grote variatie van de geëxposeerde objecten of door de bijzondere iconografieën die er te zien zijn, maar vooral ook door de persoonlijke toevoeging, de wereld van de mensen achter de ikonen.

151